Carolien Kooi, Hospice medewerkster:
Wat een wonder!
In het hospice was een gat gevallen in de vroege dienst. Ik werd gebeld door onze coördinator met de vraag of ik deze dienst wilde invullen. Dat wilde ik en de volgende ochtend was ik om 06.55 uur aanwezig.
Samen met een collega vrijwilligster losten wij de verpleegkundige van de nacht af. Tijdens de overdracht vertelde ze dat alle kamers bezet waren, wat betekent dat er vier gasten zijn.
Eén gast, mevrouw Verveen, verbleef al een tijd in ons hospice. Ze was erg ziek. Iedere ochtend rond koffietijd kwam de buurvrouw van mevrouw Verveen aan haar bed zitten. Zij hield dan mevrouw haar hand vast en praatte wat. Zo ook deze ochtend.
Ze zat al een tijdje naast mevrouw Verveen toen wij aanklopten en aangaven dat we mevrouw wilde verzorgen. De buurvrouw stond op en keek naar haar vriendin en vroeg zich hardop af waarom het allemaal zo vreselijk lang moest duren. Ze was al zo lang ziek en voelde zich zo verschrikkelijk beroerd.
Ik vroeg of de buurvrouw zin had in een kopje koffie en samen gingen we even in de stilte ruimte zitten.
“Misschien moet u dat zo eens tegen uw vriendin zeggenâ€, zei ik. “Gewoon dat ze over mag gaan en dat u het goed zou vinden als ze uit onze wereld vertrokâ€.
Na nog wat heen en weer gepraat ging de buurvrouw weer terug naar haar vriendin. Ik ging naar onze keuken, boven in het pand, om koffie te drinken met de anderen. Nog geen 10 minuten later kwam de buurvrouw opgewonden de keuken binnen rennen.
“Ze is gegaanâ€, riep ze. “Ze is overgegaanâ€.
Ze pakte me vast en vertelde dat toen ze terug kwam op de kamer ze gezegd had dat het zo goed was. Dat als haar vriendin wilde gaan zij het goed zou vinden en zich zou redden. “Er kwam rust over haar en korte tijd later was ze vertrokkenâ€, zo vertelde ze.
Wat een wonder!