Carlijn Willemstijn:
Schrijversdroom
“Heb je het al gehoord, nu Jaap weet dat hij kan gaan sterven wilt hij plots een boek gaan schrijven.”
Vrijdagavond, even na tienen, mijn man en ik vieren dat het weekend is begonnen. We zitten met een glaasje wijn, nootjes en een windlichtje op tafel op een terras aan zee. Het is een prachtige avond, de zee kabbelt rustig in de verte. Het tafeltje naast ons is bezet door twee dames en een man. Ze zien er goed verzorgd uit en ik vermoed dat ze halverwege de vijftig zijn.
Alhoewel ik een tijdschrift zit te lezen kan ik het toch niet helpen dat ik hun gesprek opvang. De ene dame heeft het regelmatig te kwaad. Ik vang op dat haar man Jaap in een ziekenhuis ligt. De woorden kanker en uitzaaiingen galmen na in mijn hoofd.
“Jaap belt regelmatig om te vertellen over zijn schrijvers plannen,” zegt de dame links van mij.
De man vult haar aan: ”Zijn titel heeft hij al; ‘Het ergste moet nog komen’”.
Mijn gedachten gaan terug naar vorig jaar.
Ik liep al jaren rond met de wens om ooit een boek te schrijven maar concrete plannen waren er nooit. Toen ik als tien jarige op school een boekenbeurt moest houden hield ik dat over een boek geschreven door Lily van der Velde. Ik kwam via de uitgeverij aan haar thuisadres en schreef haar een brief met de vraag of zij mij informatie over haar boek wilde geven. De tijd van internet bestond nog niet dus de brief ging via de PTT naar haar huis.
Lily antwoordde mij en onderaan haar handgeschreven briefje stond: p.s.: Wil je mij laten weten hoe je boekenbeurt is gegaan?
Dit was het begin van onze levenslange penvriendschap. Maand na maand, jaar na jaar gingen er handgeschreven brieven heen en weer. Ik schreef over mijn leven, mijn jeugd, mijn eerste vriendjes, mijn verliefdheden en tranen. Zij schreef over haar kinderen, haar huwelijk, haar keuzes en haar passie voor schrijven, schilderen en haar dieren. Ik ging studeren en kreeg vervolgens mijn eerste baan. Ik deed pogingen tot serieuze relaties en al die tijd volgde Lily mij op de voet. Toen ik later mijn huidige liefde vond en ging trouwen leefde Lily mee via pen en papier.
Ook toen ik ziek werd was Lily mijn ‘terugschrijvende dagboek’. Ik kon al mijn zorgen en angsten van mij af schrijven. Wat ging ik houden van haar brieven op de deurmat. Brieven vol steun en onvoorwaardelijke trouw. In die periode heeft zij haar nieuwe kinderboek naar mij vernoemd. Wat was ik trots toen zij mij haar boek ‘Carlijn’ toestuurde!
De brieven gaan nog steeds handgeschreven op de post. Internet, social media en sms; wij doen er niet aan. Er gaat niets boven het dichtlikken van de envelop, postzegel er op en door weer en wind naar de brievenbus met je geschreven letters.
We hebben elkaar nooit in het echt ontmoet.
We hebben elkaar nog nooit gesproken.
We zullen elkaar nooit gaan zien.
Vorig jaar, tweeëntwintig jaar na onze eerste briefwisseling vonden wij dat ons plan maar eens concreet moest worden: Samen een boek schrijven. Om beurten een hoofdstuk. Zonder elkaar te gaan ontmoeten willen wij beurtelings een hoofdstuk gaan schrijven.
Aangezien Lily veel meer schrijfvaardigheid heeft dan ik wilde ik graag op cursus. Zo kwam het dat ik mij vorig jaar aanmeldde voor de cursus ‘autobiografisch schrijven’. Iedere week werd ik enthousiaster. Er werd een motortje opgestart dat niet te houden was. Inspiratie, ideeën en letters vlogen over het papier.
Inmiddels zijn er concrete plannen voor het toekomstige boek van Lily en mij. Of het potentie heeft weten wij geen van beiden maar we weten wel dat het vol passie zal worden geschreven. We werken aan onze gezamenlijke droom en wat is dat bijzonder na tweeëntwintig jaar penvriendschap.
“Ach, we zullen wel zien hoe ver het komt, gelukkig heeft Jaap nog plannen” zegt de dame tegen de meneer aan het tafeltje naast mij.
Ik schrik op uit mijn gedachten.
Ik hoop dat het deze Jaap nog gaat lukken om zijn laatste doel te behalen; het schrijven van zijn boek. Wie weet staan onze boeken ooit zij aan zij in de boekenwinkel.