Carlijn Willemstijn:
Nieuw leven
“Ja, je moet nu komen!” lees ik in mijn telefoon scherm. Ik gris mijn sleutels van tafel, sla mijn tas om mijn schouder en pluk mijn jas van de kapstok. Terwijl ik mijn jas aan trek ren ik naar mijn auto.
‘Het is zo ver. Zus gaat bevallen. Haar vliezen zijn gebroken. Als alles maar goed gaat.’ Mompel ik, terwijl ik naar haar woonplaats scheur. Mijn gedachten gaan terug naar drie jaar geleden toen zij beviel van haar eerste dochtertje. Ook daar mocht ik, samen met mijn oudste zus, bij aanwezig zijn. Wat wonderlijk om zo’n piepklein mensje geboren te zien worden. De bevalling duurde toen slechts vier uur. Vier uur waarin wij haar zo goed mogelijk hebben ondersteund. Mijn ene zus zat aan haar hoofdeinde mee te puffen, zwager zei lieve woordjes tegen zijn vrouw en ik masseerde haar been weeën weg. Nu heeft zus weer gevraagd of wij, haar twee zussen, aanwezig willen zijn bij de geboorte van dit tweede kindje.
Stiekem heeft zij mij verteld dat het ook dit keer een meisje zal worden. Juist omdat ik zelf geen kinderen zal krijgen wilde zij dit met mij delen. Omdat haar oudste dochtertje niet alleen mijn peetkindje is maar ook gekscherend mijn ‘surrogaat-dochter’ wordt genoemd gunt zus mij dit kleine geheimpje.
Ik sta stil bij een kruising. Mijn irritatie neemt toe wanneer het stoplicht te lang op rood staat. Zodra hij op groen springt stuif ik er vandoor. In slechts acht minuten heb ik haar straat bereikt. Ik open de deur met mijn ‘zus-sleutel‘ en loop zachtjes de trap op. Daar ligt ze, met haar mooie bolle buik. Ik zie aan haar gezicht dat de weeën in alle heftigheid toenemen.
Tien minuten later is de kamer gevuld met de kraamhulp, de verloskundige, mijn andere zus en mijn zwager. Ik stap met mijn zus onder de douche en masseer haar rug weeën weg. Ze is rustig, dankbaar en geconcentreerd terwijl wij weten hoe veel pijn dit moet doen. De ontsluiting neemt gestaag toe. Slechts twee uur later wordt haar harde werken beloond met de verlossende woorden van de verloskundige:
”Nog even volhouden meid, binnen tien minuten heb jij je kindje in je armen.”
Terwijl haar oerkracht omhoog komt en zij in stilte al haar krachten aanroept, ondersteunen wij haar waar wij kunnen. Ik blijf haar masseren terwijl de liefde van mijn zwager naar zijn vrouw toe spat. Enkele minuten later zien wij in de verte een klein koppie met donkere haartjes. Na een laatste ferme wee komt daar opeens een klein glibberig wezentje naar buiten. Alle emoties breken los. Wij, haar zussen, staan volledig in tranen door dit wonderlijke schouwspel. Zus en zwager kijken elkaar vol liefde aan terwijl de kleine meid op zus haar borst ligt. Direct zet ze het op een brullen wat ons allen doet ontspannen.
“Zussie, wil jij haar navelstreng doorknippen?” vraagt zus mij. Ik schiet direct vol door dit mooie gebaar en niet veel later knip ik de taaie voedingslijn door. Ze is los, los van haar moeder en alsof ze aanvoelt dat de grote koude wereld aan haar ieniemienie voetjes ligt, kijkt ze voorzichtig om zich heen de wereld in.
Wanneer alle teentjes en vingertjes zijn geteld, wanneer zus weer fris gewassen in haar schone bed ligt en de opa’s en oma’s onderweg zijn valt de spanning van mij af. Wat bijzonder dat ik hier weer bij mocht zijn. Wat geweldig dat mijn zwager mij er ook graag bij wilde hebben. En wat bijzonder…dit kleine lieve meisje dat helemaal gezond op de wereld is gekomen. Vandaag doet niets er meer toe. Ziekte, verdriet, oorlog en ellende lijken vandaag niet te bestaan. Ik zit samen met mijn zus op een grote roze wolk. Een prachtige wolk die nieuw leven heeft gebracht en Thirza heet.