éAfscheidsrituelen
Bij alle religies bestaan rituelen rondom het sterven van een persoon. Rituelen uitvoeren biedt troost aan de nabestaande, of dit nu in grote kring of in kleine kring gebeurt. Bij een overlijden wordt door gebruikmaking van rituelen ook de scheiding aangebracht tussen degene waarvan afscheid genomen wordt en degene die doorgaan met hun leven.
Bij de katholieken spelen daarbij de sacramenten een belangrijke rol.
De sacramenten zijn de rituelen die belangrijke momenten aanduiden in het leven van gelovigen (doopsel, vormsel, biecht, huwelijk). Maar speciaal voor zieken en stervenden bestaat de zogenaamde ziekenzalving. Als een zieke in levensgevaar verkeert, ontvangt hij het ‘viaticum’. Dit sacrament heeft een relatie met het eerste sacrament – het doopsel – dat dient als een vernieuwing van de geloofsgelofte. De zieke ontvangt de communie en wordt besprenkeld met wijwater. Dan volgt een reeks gebeden, psalmen en schriftlezingen die het ervaren van de nabijheid van God versterken.
De protestanten denken ongeveer hetzelfde over de bijbel als katholieken.
Het verschil zit hem in de afwezigheid van de vele tradities en gebruiken van de katholieke kerk.
Vaak gaat de dominee van de betreffende kerk waar de uitvaart gehouden wordt gesprekken aan met mensen die ziek of stervende zijn. Je kunt dan praten over dingen waar je bang voor bent, je kunt samen bidden.
Soms geeft een dominee ook advies over de verder te bewandelen weg of praat over de uitvaart en hoe die geregeld kan worden.
Het wordt voor Joden als een voorrecht beschouwd om bij het sterven van een naaste aanwezig te kunnen zijn.
De rabbijn probeert ook aanwezig te zijn bij het overlijden om met de stervende de geloofsbelijdenis of de sjemma uit te spreken (een gebed uit het oude testament, Deuteronomium 6:4.)
Na het overlijden dekt de rabbijn, de arts of een familielid het lichaam af en ontsteekt een lichtje bij het hoofd van de overledene.
Dat blijft branden zolang het lichaam boven de grond staat.
Voor de Moslims is de dood niet de afsluiting van het leven maar de belangrijkste fase in de vooruitgang van de ziel.
Bij het sterven wordt een vers uit de Koran gereciteerd.
De Shahâda (een vers uit de Koran) wordt in het oor van de stervende opgezegd, in de hoop dat hij of zij zich deze zal herinneren wanneer de engelen Moenkar en Nakier hem of haar in het graf ondervragen.
Vlak voordat de persoon doodgaat dient hij of zij op de rechterzijde gelegd te worden met zijn of haar gezicht naar Mekka.
Lukt dit door omstandigheden niet dan probeert men het hoofd met kussens te steunen zodat de stervende richting Mekka kijkt op het moment dat hij of zij de laatste adem uitblaast.
Voor de Zen-Boeddhisten is sterven een grote ‘sesshin’ of meditatieve training, om doorgang te vinden tot ‘het andere’.
Doodgaan wordt gezien als een manier om écht wakker te worden, ofwel je volledig bewust te zijn.
Een boeddhistische priester helpt de stervende met het loslaten van het aardse en zich over te geven aan de volgende fase.
Hij geeft hem vertrouwen door duidelijk te maken dat angst voor de dood niet nodig is.
De priester communiceert op meditatief niveau.
Zo is het stervensproces een grote meditatie waarin het bewustzijn veranderingen ondergaat.
Speciale handelingen zijn er niet.
Bij de Tibetaanse boeddhisten wordt tijdens en direct na het sterven voorgelezen uit het Tibetaanse Dodenboek (een verzameling teksten uit Tibet).
Hierin zijn bardo’s opgenomen die de stervende attent maken op de wonderbaarlijke reis die het lichaam en de ziel tijdens het sterven maken.
Deze spirituele transformatie wordt als zeer belangrijk beschouwd bij de Tibetaanse boeddhisten.
Het leven en de dood worden als één geheel gezien waarbij het sterven en de dood als een spiegel van het leven worden beschouwd. Het is voor hun belangrijk bewust afscheid te nemen van dit leven.
Wanneer een Hindoe op sterven ligt, waarschuwt men alle familieleden om bij het afscheidsritueel te zijn.
Een man uit de familie giet een druppel water, bij voorkeur uit de heilige rivier de Ganges, in de mond van de stervende.
Dan legt de oudste zoon, of oudste mannelijke familielid een blad van de heilige tulsie- of basilicumboom in de mond van de stervende.
Daarna sprenkelen de andere familieleden ook water in de mond van de stervende.
Een priester, de pandit, leest de stervende voor en bidt met de familie.
Als iemand al overleden is voordat het ritueel heeft kunnen plaatsvinden, wordt het alsnog uitgevoerd.
Volgens de Humanisten is ziek zijn en sterven onherroepelijk verbonden aan het mens zijn en dit dien je te aanvaarden.
Een mens moet goed doen in zijn leven om zijn medemens te dienen en niet omdat men gestraft of beloond kan worden in een hiernamaals. Het humanisme kent dan ook geen vaste afscheidsrituelen.
‘We moeten het verleden vergeten
Het heden beheersen
En de toekomst voorbereiden.’
Uit: Gayan van Soefi Inayat Khan,
Servire, Utrecht, 1974
Tip
Voor de meeste van ons heeft onze dood een advertentie in een dagblad tot gevolg. Een aankondiging dat je hier niet meer bent. In de rouwadvertentie wordt je geboortedatum en je sterfdatum vermeld en nog wat andere bijzonderheden. De omlijstende teksten en afbeeldingen die worden gebruikt zijn vaak al door honderden anderen toegepast, zelden tref je iets persoonlijks aan. Is dat de manier waarop jij het wilt? Of wil je misschien een zelfgeschreven tekst gebruiken, een paar woorden of tekeningen van (je) kinderen? Of gewoon een mooi gedicht wat je ergens gelezen hebt