Carlijn Willemstijn:
Ik ga liever dood
“Nee, ik kijk niet!” Woest slaat ze haar hoofd opzij. Terwijl ik op de rand van haar ziekenhuisbed zit draait ze haar gezicht van mij af.
“Ik begrijp dat dit hartstikke rot is Shusma maar echt…als je hier nu niet doorheen gaat ben je straks afhankelijk van de thuiszorg! Kom op, dit kan jij, heus!”
“Nee, ik wil mijn stoma niet ziet. Ik walg er van. Ik ga er van over mijn nek. Ik kan het niet zien, snap dat dan! Ik ga nog liever dood!”
Met haar prachtige grote bruine ogen kijkt ze mij smekend aan. Ik zie haar pijn, haar angst, haar vrees voor het onbekende. Maar wat ik vooral zie is haar angst voor afhankelijkheid. Die wil ik haar graag afnemen.
Ze werd al jaren geteisterd door darmklachten. Maanden vol ziekenhuisopnames en operaties volgden. Alleen een stoma kon haar klachten wegnemen. Nu ligt ze hier; twee dagen na haar stoma operatie. Shusma is een prachtige jonge Hindoestaanse vrouw met een rank figuurtje en smalle wespentaille. Hoe zal zij ooit kunnen wennen aan dat grote rode opgeblazen ding op haar buik? De stoma zakjes die huidkleurig zijn; ja, voor blanke mensen maar niet voor mensen met zo’n mooi bruin kleurtje als zij. Wat moet ik zeggen waardoor het voor haar minder erg lijkt?
Hoopvol kijkt ze mij aan. Haar schouders omhoog getrokken van spanning, haar gezicht verbeten van onmacht.
“Echt? Wil je dat doen voor mij? Maar ik kan niks beloven hoor!”
“Dat hoeft ook niet. We gaan gewoon kijken hoe ver we samen komen!”
Ze schuifelt voetje voor voetje naar de badkamer van het ziekenhuis.
Niet veel later staat ze bloot voor mij. Haar bolle operatiebuik en haar verse litteken staan in fel contrast met haar verder zo perfecte figuurtje. Ik laat niks blijken, blijf rustig en doe alsof ik iedere dag andermans stoma verschoon. Eerst laat ik haar mijn stoma zien. Samen raken we die aan. De ‘iieeegghhhs’’gatvers’ en ‘ohjeeees’ moeten op de gang te horen zijn.
Ik grinnik stiekem in mijzelf. Nooit eerder heeft iemand anders dan ik mijn stoma aangeraakt. Logisch ook want waarom zou ik? Maar nu sta ik hier, met Shusma haar vingers op mijn buik. Ik doe alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Echter wel met een groot doel voor ogen: Shusma zelfstandig haar stoma laten verzorgen zodat de thuiszorg niet nodig is en zij zo snel mogelijk haar leven op de rit krijgt en haar stoma gaat aanvaarden als haar nieuwe ik.
Tien minuten later is het klusje geklaard. Dikke tranen van trots en ontlading volgen. Wat is ze trots op zichzelf. Wat is ze dapper dat ze dit heeft gedaan.
Na het weekend verlaat ze het ziekenhuis. De thuiszorg is nooit bij haar thuis geweest; ze kon het prima zelf!
Deze jonge vrouw wilde liever dood dan een stoma. Dit is geen overdreven reactie voor het onbekende, dit is een emotie die veel jonge stomadragers voelen. Poep en plas is tenslotte nog steeds een groot taboe in onze maatschappij. Wat doet het mij deugd om nu, twee maanden later een prachtige campagne foto van de stomavereniging te zien met 1 prachtig bruin stomabuikje er op. Inderdaad: de buik van Shusma. Waar zij twee maanden geleden geen toekomst meer voor zich zag is zij nu het stralende voorbeeld voor vele anderen!