Het meisje met de negen pruiken
Toen ik pruiken begon te dragen was daar een duidelijke aanleiding voor : mijn kale chemo koppie.
Meestal zijn aanleidingen niet zo helder en eenduidig en sluimeren ze als losse atomen in je rond. Daarom was de kanker -diep in de verte- niet alleen maar een hel. Alles was helder en duidelijk: genieten en overleven. Punt.
Maar naarmate ik mijn pruiken langer droeg, werd de aanvankelijke reden weer wat vaag: de aanleiding om ze te dragen was nog hetzelfde, maar de behoefte was veranderd. Ik droeg niet meer zozeer een pruik om mijn kale kop te verstoppen, maar om van de sensatie te genieten die ik voelde als ik een pruik op mijn hoofd zette. Ik voelde mij vrij, ik hield me minder bezig met dat wat anderen van me vonden. Je zou kunnen zeggen dat de vrijheid die vrijkwam in het aangezicht van de dood, me tot pruiken heeft gebracht, en mijn pruiken tot mezelf.
‘Ik ben ziek, heb kanker en ga misschien dood. Maandag begint er een nieuw, onzeker leven voor mij. Vanaf maandag lig ik 54 weken aan het infuus. Dat is het enige zekere dat ik nog heb.’ In 2005 werd bij de toen 21-jarige Sophie van der Stap een ernstige vorm van kanker geconstateerd. Over de 54 weken waarin ze vocht voor haar leven, schreef ze het ontroerende boek Meisje met negen pruiken, dat een groot succes werd en dat ook in Duitsland een bestseller is.