Carlijn Willemstijn:
Geen dag meer te plukken
Sinds een aantal jaren doe ik vrijwilligerswerk.
Een van mijn vrijwilligerswerkzaamheden is het organiseren van inloopochtenden in ziekenhuizen.Onder het genot van een kopje koffie maken lotgenoten een praatje met elkaar. Praten met een lotgenoot, die dezelfde aandoening heeft als jij schept een band, je leert van elkaar en neemt tips en ideeën van elkaar over.
Een goed initiatief!
Op een van deze dagen kwam er een echtpaar de koffieruimte binnen.
Zo rond de 60 jaar, lekker kleurtje van de zon, sportief fleurig gekleed en een positieve uitstraling. De vrouw bleek Fredy te heten.
Na de diagnose en behandeling van kanker moest zij nu verder leren leven met een urinestoma, ze had daar best moeite mee. Niet eens zozeer met dat zakje en de beperkingen maar doordat ze zo’n actief leven leidde zat die zak haar letterlijk in de weg!
Ik nam plaats aan hun tafel en raakte met ze in gesprek. Niet alleen over ziekte, verdriet en angst maar vooral ook over de lust in hun leven: reizen! Samen met haar man Bob waren ze vrijwillige reisbegeleiders van caravan-reizen, onder andere op hun geliefde eiland Corsica. Wat genoten ze als ze onderweg waren met een groep vakantiegangers en hun sleurhutten. Bob was de technische man van het reisgezelschap en hij repareerde en organiseerde alles wat nodig was om de mensen veilig van A naar B te krijgen.
Dit was niet alleen hun hobby en vakantie maar vooral hun gedeelde passie. Wat mistte Bob het om het afgelopen jaar niet te kunnen reizen en wat vond Fredy het eng om dit komende jaar wel weg te gaan met de caravan en haar nieuwe stoma. Zij vertelde over haar angsten die ik vervolgens probeerde weg te nemen door tips en adviezen te geven over mijn eigen reiservaringen. Bob vertelde vol passie over zijn avonturen, hij stond letterlijk te popelen om weer te gaan reizen met zijn Fredy.
Ik had er het volste vertrouwen in…
Ik schrijf inderdaad HAD…
Want dat vertrouwen is inmiddels vervlogen.
Zij zouden twee maanden geleden een reis gaan maken naar Amerika. Kort voor hun geplande vertrek ontving ik een verdrietige email waarin stond dat de kanker terug was en dat het deze keer niet meer te behandelen is. Ze moesten zich niet op de reis naar Amerika gaan voorbereiden maar op een andere reis…haar laatste reis.
Afscheid nemen van al hun (reis)vrienden, van de kinderen, van haar geliefde kleinzoon van een jaar en niet te vergeten van haar maatje en liefhebbende Bob.
Kort geleden ben ik bij ze langs geweest. Ze zat fier overeind in haar stoel en haar ogen straalde toen zij vertelde over haar herinneringen aan Amerika, Corsica en tal van andere plekken op de wereld. Bob zat naast haar, als haar rots in de branding, als haar reisgezel die hij altijd is geweest.
Nog een trip willen zij samen maken…een aantal weken naar hun vrienden en aansluitend een helikoptervlucht boven Rotterdam. De reis die daarna komt moet zij alleen afleggen. Hij kan de richting niet wijzen, het stuur niet draaien of wat gas terugnemen. Deze afscheidsreis maakt zij alleen, met een snelheid die niemand kan bepalen.
Met een brok in mijn keel verliet ik die avond hun woning.
Zij wilde nog zoveel. Nog zoveel zien, samen genieten. Al hun toekomstplannen vallen in duigen.
Hij, de nuchterheid zelve als echte Rotterdammer, is onderuit geschopt.
Soms komen er mensen op je pad die een plekje in je hart veroveren. Door de manier waarop ze leven, met je omgaan of simpelweg om hoe ze zijn. Deze mensen hebben zo’n plekje in mijn hart en ik heb Fredy beloofd, als ik ooit voet zet op haar geliefde Corsicaans eiland dan brand ik daar een kaarsje, speciaal voor haar!
Van Fredy heb ik geleerd: Carpe Diem, Pluk de dag.
Kleine woordjes die op vele muren en kaartjes worden geschreven maar nooit echt doordringen.
Totdat je iemand leert kennen die nog zoveel wilt maar straks geen dag meer te plukken heeft.