Carolien Kooi, Hospice medewerkster:
De eerste keer
Mijn eerste inzet was bij een man met een hersentumor. Hij zat inmiddels in een rolstoel en kwam bijna niet meer buiten. Zijn vrouw en jonge kinderen hadden het mentaal erg zwaar en er was weinig aandacht voor hem.
Mijn hulp werd ingeroepen om hem nog wat “quality time†te geven en het gezin te ontlasten.
Het moeilijkste bij een inzet blijft het aanbellen en het eerste contact maken. Je weet nooit wat je achter die deur aantreft. Ik probeer zo goed mogelijk mijn waarden en normen buiten de deur te houden en met respect voor de ander mijn zorg te geven.
Het contact met Leo was snel gelegd. Zijn voornaamste wens was gezellig kletsen en op goede dagen samen naar buiten gaan.
Hij bleek een boten liefhebber. Als hij een goede dag had gingen we met mijn auto naar de oude haven van Rotterdam. We laadde daar zijn rolstoel uit en wandelden langs alle boten. We keken beiden onze ogen uit. Door zijn ziekte sprak Leo niet meer zo gemakkelijk en daarom stelde ik allerlei vragen aan de mensen die daar in de haven bezig waren. Met volle teugen genoot hij van de meest normale dingen.
Als we thuis kwamen schreef ik onze belevenissen kort op in een schriftje. Dan konden zijn kinderen, als ze wat groter waren, lezen wat hij de laatste maanden deed.