Elke religie, levensovertuiging of volksgeloof heeft zo zijn eigen tradities en gewoonten waarmee hij zijn stervenden begeleidt en zijn overledenen naar een laatste rustplaats brengt.
Elke cultuur bepaalt weer wat hij wel en niet doet en hoe hij gebruik maakt van de regels en tradities. Vandaag de dag wordt aan oude gewoonten en tradities veel meer ruimte gegeven, men wordt steeds vrijer gelaten in zijn uiting en uitvoering van rituelen, aan vormen van begraven en cremeren en aan de uitvoering daarvan.
Hieronder volgen in grote lijnen de tradities van verschillende religies zoals we ze van oudsher kennen.
Begrafenisrituelen
Op de dag van de uitvaart nemen bij de katholieken de directe nabestaanden afscheid van de overledene en begeleiden de kist naar de kerk.
Bij binnenkomst in de kerk komt de priester de stoet tegemoet en besprenkelt de kist met wijwater.
In de kerk branden kaarsen en vaak zingt een kerkkoor of speelt er muziek.
Tijdens de gebeden worden de goede kwaliteiten van de overledene genoemd, want niet de afrekening met het oude leven maar het begin van het nieuwe leven is het thema van de uitvaartdienst bij de katholieken. De uitvaartmis wordt beëindigd met de absoute; een ritueel waarbij de priester de kist met wijwater besprenkelt en bewierookt.
Bij het graf gaat de priester aan het voeteinde van het graf staan en strooit hij vaak een schepje aarde op de kist met de woorden ‘Gij bent stof en tot stof zult gij wederkeren’.
De nabestaanden en andere aanwezigen kunnen vervolgens ook een schepje aarde op de kist strooien terwijl zij langs de kist lopen voor het laatste afscheid van de dode.
In plaats van aarde gebruikt men ook het strooien van bloemen.
Meestal wordt familie en vrienden gevraagd deel te nemen aan de koffietafel,
thuis of in een daarvoor gehuurde zaal.
Bij de Protestantse begrafenis zit het grote verschil met de katholieken in de uitvaartdienst. Daar is niet zozeer sprake van rituelen maar staat het noemen van de naam van de overledene centraal. De doopnaam wordt teruggegeven aan God, die de naam bewaart.
Men gaat in op de hoogte- en dieptepunten van het leven van de overledene en gebruikt daarbij bijbelteksten.
Bij het graf laat men de kist in het graf neerdalen of zet hem op planken waarbij men het Onze Vader
(een gebed) bidt. Daarna geeft de dominee de zegen.
De aanwezigen nemen afscheid door langs de kist te lopen en er even bij stil te staan.
Het is mogelijk om iets op de kist na te laten zoals bloemen, bloemblaadjes of aarde.
Bij de Joden wordt de overledenen zo snel mogelijk begraven.
Bij de begrafenis dragen de nabestaanden zelf de kist.
Aan de rouwstoet nemen zoveel mogelijk mensen uit de gemeenschap deel want het begraven van een dode hoort bij het bijbelse gebod tot naastenliefde.
Tijdens de wandeling naar het graf mogen er in de orthodoxe gemeenschap geen bloemen op de kist of de lijkwagen worden gelegd.
Ze mogen wel in de volgstoet worden meegedragen.
(Na de begrafenis is het wel toegestaan om bloemen op het graf te leggen.)
Onderweg zeggen de nabestaanden gedeelten van psalmen op en stoppen de dragers drie keer om te laten zien dat ze geen haast hebben.
Bij het graf laten de nabestaanden de kist zakken en laten er drie maal zand op vallen.
Terwijl de nabestaanden tussen twee rijen vrienden bij het graf weggaan, maken ze een scheur in hun kleren als teken van rouw.
Bij het verlaten van de begraafplaats wassen ze hun handen,
als symbool voor de overgang naar het gewone leven .
Een traditionele Moslimbegrafenis is een mannelijke aangelegenheid.
Alleen bij meer liberale moslims mogen vrouwen ook aanwezig zijn.
Na de ceremonie in de moskee dragen mannelijke familieleden het lichaam in processie naar een Islamitische begraafplaats of naar een apart gedeelte op een algemene begraafplaats.
Het is de bedoeling dat telkens van dragers wordt gewisseld.
Volgens de traditie behoren zoveel mogelijk mannen de kist of baar een stuk te dragen uit eerbied voor de dode en omdat het in de Islam één van de ‘goede werken’ is.
Het lichaam wordt zonder kist in een betimmerd graf gelegd, op de rechterzij en met het gezicht naar Mekka. De nabestaanden gooien aarde in het graf terwijl ze hardop bidden over de hereniging met de aarde waar de overledene ooit weer uit op zal staan.
Hindoes worden veelal gecremeerd omdat het de snelste manier is voor de terugkeer van het lichaam naar de bron.
Bij het crematorium dragen de mannen uit de familie met de zonen voorop, de kist naar binnen.
Men stopt vijf maal om de baar even neer te zetten.
In het crematorium wordt de kist geopend en versierd met kransen.
Na het zingen van religieuze liederen houdt de hindoe-priester een preek.
Dan gaat de oudste zoon met een brandende dia (een schoteltje met ongezouten boter) vijf maal rond de kist en raakt telkens een keer met de dia de mond van de overledene aan.
Dit is de zogenaamde doodskus waarmee symbolisch het lichaam in brand wordt gezet.
Er gaan enkele nabestaanden mee naar de ovenruimte om de verbranding mee te maken omdat het zien branden van het lichaam belangrijk voor de Hindoe is.
Bij voorkeur strooien de Hindoes de as uit over stromend water,
omdat water het symbool van de oneindigheid is.
Voor begraven of cremeren geldt dat veel mensen tegenwoordig een eigen invulling geven aan dit afscheid. Begrafenisondernemingen stellen zich ook steeds meer open voor de wensen en verlangens van hun clientële. Voorbereiding op je eigen begrafenis of crematie wordt daarom door ondernemingen gestimuleerd.
Het is helmaal niet gek om over je eigen wensen na te denken, en het is niet morbide om bijvoorbeeld al een kist uit te zoeken of een plaats op een begraafplaats aan te wijzen waar je graag terecht zou willen komen. Zie het als een voorbereiding van het afscheid van je leven.
Zie het dat het voor iedereen die je nalaat een prettige wetenschap is dat zij de plannen uitvoeren die jij zelf hebt uitgekozen.
Zie het als een volwaardige afronding van je leven.
Al zal het niet gemakkelijk zijn en soms zeer confronterend, vaak wordt er een rust ervaren als je de dingen ordent die vast te stellen zijn.