Carlijn Willemstijn:
Niemand mocht het weten
“Het is mijn keus. Mijn leven en mijn geheim. Ik wil het zo, punt uit.”
Ik kijk haar man aan. De stilte is beladen. Hij haalt zijn hand van haar knie die hij daar eerder uit troost had neergelegd. Zij merkt het ook. De afstand is voelbaar en komt tot uiting door haar tranen.
“Als ik dat toch zo wil, dan mag dat toch? Het is mijn leven, het wordt mijn dood. Dat mag ik toch op mijn eigen manier doen?” Bijna smekend kijkt ze me aan.
Na een leven hard werken in hun groente-&fruit winkeltje gingen ze na vijfenveertig jaar met pensioen. Het werd groots gevierd in de winkelstraat waar zij al die jaren waren gevestigd met hun fleurige winkeltje. Het klantenbestand liep uit om Annie en Wim nog een maal te bedanken voor het gezellige kneuterige gevoel wat hun winkel het dorp had gegeven.
“Wat gaan jullie nu doen?” was die dag een veel gestelde vraag.
“Reizen,” was het antwoord van Wim. “Heel verre reizen maken. De wereld zien en alle landen bezoeken waar we het fruit al die jaren vandaan hebben gehaald. Tot en met de ananassen en kokosnoten aan toe” bulderde Wim van het lachen.
Maar nu zitten ze hier. In het kille streekziekenhuis.
De eerste reis was geboekt maar Annie had buikpijn en was wat benauwd. De buikpijn bracht haar naar de huisarts en die stuurde haar toch maar even door. Na diverse onderzoeken volgde slecht nieuws op slecht nieuws. Kanker met uitzaaiingen. Annie besloot dat zij geen poespas aan haar lichaam wilde. Geen tijdrekkende behandelingen, geen grote operaties of mensonterende chemo’s. Zij had teveel klanten weg zien teren door de hoop en vrees die de kanker hun had gebracht. Zo wilde zij het niet. Niemand mocht het nog weten, ook hun dochters niet. Stilletjes zou zij zieker worden, zich terugtrekken, in huis blijven tot ze het wel moest vertellen en de dood zou komen. Ze had een mooi leven gehad. Het was goed zo.
Maar Wim kon dat niet. Wim wilde dat zijn Annie de strijd aan ging. Hij wilde dat Annie zou vechten. Hij wilde zijn verdriet delen met de kinderen. Huilen, praten, boos worden en stamelen hoe dit nu kon na een leven hard werken.
“We hadden godverdomme een groente en fruit zaak! Heel ons leven gezond gegeten. Al het fruit dat er bestaat. En dan krijgt ze godver kanker! Hoe kan dat nou?”
Ik heb geen antwoorden. Zelfs geen advies maar wel begrip. Annie wilt haar kinderen niet meesleuren in de vreselijke lijdensweg die kanker heet. Ze wilt in hun gedachten blijven als een sterke vrolijke moeder, de weg bewandelen op haar manier.
“Ik begrijp uw keuze wel. Maar als u mijn moeder zou zijn, zou ik het vreselijk vinden om niet voorbereid te zijn op haar dood. Dan zou ik na haar dood niet alleen verdrietig zijn maar ook een beetje boos omdat ze niks met mij had gedeeld. Is dat nu juist niet de definitie van liefde? Dat je dingen deelt met de mensen waar je van houdt? Dat je zelfs je grootste angst, verdriet en pijn durft te delen…?”
Met mijn jonge jaren en weinige levenservaring weet ik niet of ik het verstandige en het juiste zeg. Ik volg slechts mijn gevoel.
Enkele weken later komen Annie en Wim het streekziekenhuis weer binnen. Annie zit in de rolstoel. Wim loopt naast haar. De rolstoel wordt geduwd door hun dochter. Wanneer ze mij passeren geeft Wim mij een vette knipoog. Annie herkent mij ook .
“Mevrouw?” roept zij met schorre stem. Ik hurk voor haar stoel en leg mijn handen op haar knieën .
“We gaan straks naar de dokter met onze dochter. Toch nog eens kijken wat de opties zijn. Ik heb er nog eens over nagedacht en wil dat toch graag. Nog bedankt he voor laatst…”
Ik kijk ze na. De dood zal hoe dan ook volgen maar ik hoop dat ze toch nog herinneringen kunnen maken, hun liefde kunnen uitspreken en hun angsten kunnen delen. Niet alleen voor zichzelf maar ook voor hun dochters. Want zo zou ieder kind het willen….nog eenmaal vertellen hoeveel je van je mama houdt, hoe dankbaar je bent en dat je haar nooit zult vergeten.
Reageren? doe het hieronder