Intimiteit in een kort jasje
‘Een beetje chauffeur houdt van spanning’ lees ik op de achterkant van de rijdende vrachtwagen voor mij. Onder de tekst is een levensgrote foto afgedrukt van een dame.
Ze draagt enkel een colbertjasje over haar blanke naakte huid.
Half open zodat je de rondingen van haar borsten ziet maar nog net niet haar tepels.
‘Een beetje chauffeur houdt van spanning’ lees ik nogmaals.
Op dat moment schrik ik op van luid getoeter naast mij. Druk wijzend naar mijn voorwielen passeert een geagiteerde medeweggebruiker mij. Ik ben teveel over de linkerrijstrook gekomen. Ik steek mijn hand op vanuit een verzoeningsgebaar, maar de auto spuit al weg.
Geërgerd door de schrik passeer ik de vrachtwagen en stuif naar mijn bestemming.
Maar nog geen twee kilometer verder stuit ik op een volgende, onverwachte tekst met foto.
Ditmaal op een reclamezuil, tien meter hoog oprijzend uit het groene landschap langs de snelweg. ‘Dress less to impress’ zegt het. Erbij een foto van een jongedame in sluipende tijger positie met niet meer dan een minuscuul bh’tje en slipje aan in mondriaanprint.
Ik begin me nu behoorlijk belachelijk te voelen.
Ik weet dat mijn neiging de dingen persoonlijk aan te trekken groot is, en ik weet ook dat deze reclame niet over mij gaat – ik heb er in de verste verte niets mee te maken – en toch voel ik me ongemakkelijk worden. En wanneer ik de tweede reclame aantref, in het zelfde landschap, op een zelfde zuil, op dezelfde hoogte, weet ik wat me zo beroert. ‘You ain’t seen nothing yet’ zegt deze zuil en toont een vrouw in schaars goed, bukkend alsof ze iets van de grond wil pakken.
Achter haar, van kop tot teen aangekleed en wijzend op haar achterste, staat een man te lachen terwijl hij me recht aankijkt.
Ik dacht dat we deze strijd hadden bevochten. Ik dacht dat wij vrouwen en mannen volwassen waren geworden en met z’n allen hadden besloten dat dergelijke insinuerende, vrouwonvriendelijke en manonterende uitdrukkingen niet meer wenselijk waren.
Ik dacht dat wij geconcludeerd hadden dat het voor onze dochters en zonen beter was om laag bij de grondse, seksueel gerichte opvoeding niet te tolereren en ze duidelijk te maken dat bloot en seks niets met liefde en vriendschap te maken hebben. Dat meisjes er niet alleen maar zijn om jongens te verleiden. En dat jongens verder mogen kijken dan alleen naar de borsten van een meisje.
Dat er meer is tussen mensen dan alleen maar lichaam. Dat we bewust dienen om te gaan met wat we onze kinderen voorschotelen.
Dat ons eigen gedrag weerspiegelt in het gedrag van onze dochters en zonen.
Dat een chauffeur echt niet alleen maar van A naar B rijdt en zich intussen vermaakt met blote dames foto’s.
Dat een mondriaanprint op mooi ondergoed prachtig is, maar niet op een tien meter hoge zuil langs de snelweg.
Dat mannen graag naar vrouwen kijken en andersom, maar ze echt niet alleen maar met elkaar seks willen bedrijven.
Waar is de spanning gebleven als het voor iedereen is te zien? Waar is de intimiteit als naakt zijn voor het grijpen ligt? Zijn we nu zover gekomen dat we ook onze seksuele spanning massaal moeten delen, zoals we ook al doen met het collectieve verdriet om slachtoffers van laffe moorden?
Maar buiten dat – hoe serieus zal mijn dochter mijn woorden nemen als ik haar onzekerheid over haar te kleine borstjes probeer weg te nemen.
En mijn zoon – zal hij mij geloven als ik zeg dat de meisjes voorbij zijn pukkels kunnen kijken?
Godzijdank heb ik geen dochter noch zoon, en godzijdank zijn mijn slapen aan het grijzen en is mijn huid nergens meer strak.
Mijn uiterlijk is niet meer van belang.
De tijd is eindelijk aangebroken dat het belangrijker is wat ik zeg.