De Hemel
In zijn letterlijke betekenis is de Hemel de omspanning van de sterren, de maan, de zon en de planeten om de aarde. Hemel in de religieuze zin wordt ook wel met het Paradijs aangeduid. Het is de plek waar je volgens de verschillende religies terecht zal komen als je een goed leven hebt geleid. Wat dat goede leven inhoudt is per religie verschillend, maar de meest overeenkomende deugd is naastenliefde. In de hemel ben je eeuwig gelukkig. Er wonen engelen, aartsengelen, goden en godinnen. Paradijs betekent in het Oud Perzisch ‘omheinde tuin’. Het Griekse woord van Paradijs is Peri(eromheen)teichos(een muur). De Joden gebruiken in het oude testament het woord Paradijs als de ‘Hof van Eden’.
Het zou de verblijfplaats zijn geweest van het eerste mensenpaar Adam en Eva.
In de Koran is het paradijs vooral belangrijk omdat de gelovige het gezicht van Allah te zien krijgt en door hem bedankt zal worden voor zijn goede daden. Het Paradijs is dan ook de hoogste plek van de zeven hemelen. Dat je hier niet zomaar komt bewijst de ondervraging door twee engelen, Moenkar en Nakier, in de kist waarin de dode begraven is. De gelovige dient de geloofsbelijdenis (sjahadaa) uit te spreken en staat dan vervolgens op de lijst om naar het Paradijs te mogen. De ingezetene van het Paradijs liggen op rustbanken aan de oevers van stromende rivieren en genieten van hemelse spijzen en dranken. Ze zullen voor eeuwig jong zijn en maagden staan voortdurend tot hun beschikking. Veel gelovigen vatten deze genietingen letterlijk op. Moslimgeleerden attenderen vooral op de symboliek ervan. De bomen staan voor goede daden en de stromende rivieren voor het geloof. De spijzen, de dranken en de maagden staan symbool voor geestelijke bevrijding.
Sommige filosofen en theologen, maar ook paranormale zieners veronderstellen dat de hemel een hogere dimensie is die wij niet kunnen waarnemen of ons voor kunnen stellen. Die hogere dimensie zou de hele kosmos omvatten. In onze dromen en in bijna-doodervaringen kunnen wij deze plaatsen bezoeken, maar zodra wij ons weer bewust zijn van ons bestaan keren wij weer terug naar de aarde waar alles in materie is vervat.
Judy Laddon geeft in haar boek; ‘Ontsluiering. Over het leven na de dood’, een beschrijving van het Paradijs die haar door Af, een geestelijke manifestatie, is gegeven. Hij schetst het Paradijs als een wereld van onvergelijkelijke schoonheid. Er is licht dat over alle voorwerpen speelt en doordringt tot in de verste uithoeken van het rijk. Het is licht dat ontspringt aan een inwendige bron . Er zijn geen schaduwen en geen duisternis in deze gebieden. Er zijn overal vertrouwde voorwerpen maar ze verschillen op een heel interessante manier van die in onze wereld.
Toen ik klein was was de hemel
Ergens boven in de lucht
En je kon er enkel komen
Met een allerlaatste zucht.
Iedereen droeg witte lakens
En je liep langs gouden straten
Over pleinen met fonteinen
Vol met rode limonade.
En je vloog door witte wolken
En een engel hield je vast en je kon op water lopen
Want het water was van glas.
Uit: de Hemel, Stef Bos,
cd Vuur, HKM, 1994
Volgens het PRB moeten er in 1995 dus ruim 100 miljard mensen in de hemel hebben gezeten, gerekend vanaf 50.000 jaar geleden. Sinds die tijd zullen de cijfers wel gestegen zijn. Dat betekent dat er bijna twintig keer zoveel mensen onder de grond liggen of in rook zijn opgegaan als dat er mensen op de aarde rondwandelen.
Er zijn nogal wat mensen die in een leven na de dood geloven. Er zijn ook mensen die zeker weten dat ze al een keer eerder hebben geleefd. En weer anderen gaan ervan uit dat het leven dat ze nu leiden een gevolg is van het vorige leven dat ze hebben geleefd. Met andere woorden, er zijn veel mensen die op verschillende manieren in reïncarnatie geloven.